Een gezonde bodem is een basisvoorwaarde voor het verbouwen van voedsel, het in stand houden van de biodiversiteit en het leveren van diensten zoals waterbuffering en –zuivering. De kwaliteit van de Nederlandse bodem loopt de laatste jaren hard achteruit. In het project ‘Duurzaam Bodembeheer’ (SIA Programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen) werken hogescholen Aeres, Van Hall Larenstein, InHolland en HAS Hogeschool samen aan een kennisgerichte aanpak voor duurzaam bodembeheer in de landbouw.

Het streefdoel van de overheid is dat alle landbouwbodems in Nederland (1,8 miljoen hectare) in 2030 duurzaam worden beheerd. Die maatregel vertaalt zich in een CO2-reductie van 1,5 megaton door slim landgebruik door de land- en tuinbouwsector. Duurzaam bodembeheer betekent voor boeren een nieuwe manier van werken, waardoor een betere balans ontstaat tussen korte en lange termijnfuncties van de bodem.

Omslag in de bedrijfsvoering
Die nieuwe manier van werken betekent een grote omslag in de bedrijfsvoering van boeren: van middelen- naar kennisintensief. Om dit te bewerkstelligen hebben zij kennis en (onafhankelijk) advies nodig over bodemprocessen en de implementatie van bepaalde maatregelen. Die kennis wordt geleverd door de hogescholen in het project, die studenten en docenten inzetten bij het testen, valideren en realiseren van de aanpak. Zij worden hierin ondersteund door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Wageningen UR en Center of Soil Ecology.

Dekzandgronden
Vanuit HAS Hogeschool is lector Judith van de Mortel betrokken als kartrekker voor regio Zuid (Noord-Brabant en Limburg). “Op de dekzandgronden in deze regio is het verlies van organisch stof en de daaraan gerelateerde uitspoeling van nutriënten één van de belangrijkste problemen,” legt Judith uit. “Eén van de meetmethoden is een door Wageningen UR ontwikkelde minimale dataset bodem. Om na te gaan hoe het met de kwaliteit is gesteld en met welke maatregelen deze kan worden verbeterd, wordt de dataset getest bij tien ondernemers uit ons netwerk. Omdat iedere situatie verschillend is, gaat het steeds om maatwerk.”

Optimale balans
Eén van de ondernemers bij wie de minimale dataset wordt getest, is Pieter Lucassen van vaste plantenkwekerij MTS Lucassen in Afferden. Op de vraag waarom hij meedoet, antwoordt hij: “Omdat ons bedrijf is gevestigd op zeer arme zandgrond en we net als iedereen te maken hebben met strengere bemestingsnormen, was ik min of meer genoodzaakt me te verdiepen in de bodem. Nu telen we Planet Proof en is de bemestingsnorm geen probleem meer, maar het blijft zoeken naar de optimale balans tussen bacteriën, schimmels en organische stof. Deelname aan dit project zie ik als een kans om mijn kennis te vergoten.”

Kennis delen
Het ontwikkelen en verspreiden van kennis speelt een cruciale rol in het project. “We beginnen met een BO (afstudeeropdracht) maar daar blijft het niet bij. Door de inzet van docenten wordt de praktijkkennis automatisch teruggebracht in het onderwijs. Via de collegereeks ‘What about soil?’ kan ook het bedrijfsleven aanhaken.” Het breed delen van kennis over bodem is één van de belangrijkste missies van lector van de Mortel. Ondernemer Lucassen: “Ik heb met eigen ogen gezien wat bodemkennis kan betekenen voor je bedrijfsvoering en de kwaliteit van je planten. Maar nieuwe kennis roept ook nieuwe vragen op. Daarom wil ik me steeds blijven ontwikkelen.”